Tien grote toevalligheden voor zonsverduisteringen – hoe waarschijnlijk zijn ze? Of Mysteries van de oude eclips

Dit korte schrijven zou een soort 'inleiding' kunnen worden genoemd.

Wanneer de oude zonsverduisteringen worden onderzocht in vergelijking met de chronologie van de Bijbel, komen we verrassend veel 'toevalligheden' tegen. Dat is precies hoe de wijze mannen van deze wereld en degenen die zichzelf als wijs beschouwen hen definiëren. Maar is het een overvloed aan toevalligheden, hoe waarschijnlijk is dat dan?

Laten we beginnen met de ontdekking van een eclips die plaatsvond in het 9e jaar van de regering van de Assyrische koning Ashur-Dan III.

In het verleden gebeurde het volgende: Salmanassar III vocht pas in zijn elfde regeringsjaar tegen de Syrische koning Benhadad II. Even later vocht hij tegen Hazaël, de koning van Syrië. In het Bijbelverslag wordt gezegd dat Hazaël koning van Syrië werd, jaren voordat Jehu koning van Israël werd. Al snel, al in het 18e jaar van de regering van Shamaneser III, stuurt Jehu hem een ​​geschenk als blijk van eer. Volgens de bijbelse chronologie werd Jehu rond 905 v.Chr. koning van Israël. Op welk punt zou het negende regeringsjaar van Ashur-Dan III moeten worden getimed met deze informatie?

1. toeval: dit wordt in het juiste jaar gevonden, 824 v.Chr.

2. toeval: deze wordt in de juiste maand gevonden. als dit begin april gebeurt, wordt de maand Simanu mogelijk.

3. toeval: met de huidige programmering werd dit als lage kwaliteit gezien. Er zijn in de Bijbel redenen voor het feit dat de positie van de aarde ongeveer een uur na deze gebeurtenis is veranderd.

Laten we dan eens kijken naar de zonsverduistering die plaatsvond in het zevende jaar van de regering van de Babylonische koning Shimbar-Shipak. Volgens de chronologie was deze tijd 254 jaar eerder.

4. toeval: dit wordt in het juiste jaar gevonden: 1078 v.Chr.

5. toeval: deze staat in de juiste maand, de maand Simanu.

6. toeval: eerder dan dezelfde veronderstelling zou moeten maken, punt 3.

Laten we ongeveer 700 jaar teruggaan. Deze worden overgebracht naar de tijd van Hammurabi en Shamsi-Adad I. Een jaar nadat laatstgenoemde was geboren, vond er een zonsverduistering plaats. Dit was 50 jaar vóór het begin van Hammurabi's regering.

7. toeval: dit wordt in het juiste jaar gevonden, 1746 v.Chr.

8. toeval: met het huidige programma was dit aan de andere kant van de aardbol. De Bijbel gaat er echter feitelijk van uit dat tijdens de dagen van Jozua de rotatie van de aarde urenlang stopte.

Laten we meer dan 200 jaar naar de taak gaan. In het 23e regeringsjaar van koning Shulgi van de Ur III-dynastie vond een binaire zonsverduistering plaats. Dit zou beperkt blijven tot de jaren 1960-1990 voor Christus. Voor geld.

Deze 'glijdende' tijd wordt beïnvloed door het feit dat er geen exacte informatie bestaat over hoe de Larsa-dynastie en de Ur III-dynastie elkaar zullen overlappen.

9. toeval: dit is gevonden in 1979 voor Christus.

10. toeval: hier moeten we hetzelfde aannemen als in het vorige punt 8, de positie van de aarde ten opzichte van de zon is iets meer dan 9 uur veranderd.

In totaal zouden hier 10 ‘toevalligheden’ zijn gebeurd. Zou zoiets mogelijk zijn 'voor het geval dat'?

Monet leeft nog steeds, is nog steeds op zijn eigen reis en heeft het nog steeds erg druk.

je hebt gemerkt dat het kan met bijvoorbeeld het programma Stellarium. Het feit dat er zoveel van deze zonnevlekken zijn, is een groot toeval. Ja, het is ook een groot toeval dat de Bijbel aanleiding geeft om de positie van de aarde te veranderen. En het is geen klein toeval dat deze overeenkomen met de mensen uit de chronologie van de Bijbel.

Er zijn nog meer toevalligheden, maar dit zijn de meest opvallende. De omvang van deze toevalligheden wordt vergroot door de verandering in de positie van de aarde, die over langere perioden verbetert.

Dit is ook een ongeschreven “elfde” toeval: als het gaat om het niet vinden van verduisteringen, als we aannemen dat de positie van de aarde altijd gelijke tred houdt met wat nodig is.

Is dit ook toeval?

Wanneer de Assyrische chronologie wordt gedateerd op 824 v.Chr. volgens de zonsverduistering die plaatsvond, merken we zo'n bijzonderheid op dat de regering van Ashur-nirari V al in 805 voor Christus zou eindigen.

Als we zorgvuldig kijken naar de regeringen van Sargon II, Sanherib en Esarhaddon en de archeologische vondsten, ontdekken we dat de regering van Tiglat-Pileser III begon in 768 voor Christus. Opgemerkt moet worden dat er tussen nu en dan een verrassende afwezigheid van 37 jaar zal zijn.

Is deze lege behoefte toeval?

Hier vinden we een interessant toeval: de historicus Josephus zegt dat de Assyrische koning Puli, of Pulu, 36 jaar regeerde.

Dit andere verrassende toeval wordt vermeld: In de tijd van koning Menahem van Israël zou koning Puli van Assyrië een gedwongen belasting van de Israëlieten hebben geëist. Volgens de Bijbelse chronologie regeerde Menahem in de jaren 780 voor Christus. Omdat de Bijbel over deze koning vertelt, kunnen we erop vertrouwen dat hij gedurende die tijd regeerde.

Naast dat het tijd is om weer normaal te worden, is het tijd om terug te gaan naar de normale Assyrische koning.

Omdat de Bijbel over deze koning vertelt, kan men erop vertrouwen dat hij gedurende die tijd zal regeren.

Daarom lijkt het zeer waarschijnlijk dat Pul destijds de koning van Assyrië was. Op basis hiervan kan het erop lijken dat er na Pulu's mogelijk gewelddadige machtsgreep in Assyrië een tussenperiode van enkele maanden was voordat Pulu het koningschap voor zichzelf kreeg.

De gunstige timing van Esarhaddons regering wordt beïnvloed door de zonsverduistering tijdens de maand Tammuz, die plaatsvond ten tijde van zijn veldtocht tegen Egypte. De chronologie van de Bijbel, samen met de geschriften van Sanherib, dateert Sanheribs regering daarentegen vrijwel exact op een bepaald punt.

Dit proefschrift zal gedetailleerde rechtvaardigingen voor deze tijdstippen bieden.